
Bij Passau de grens over
Met haar verrookte gele vinger trekt ze een route over de kaart, een route die daarna met een zwarte stift wordt ingevuld. “Ja.. we gaan bij Passau de grens over..”.. Mijn vader knikt, hij vindt t best. Zij navigeert, hij rijdt.
In de kattenbak
In de kattenbak van de Nissan Bluebird lag ik tussen mijn verzameling barbies.. ze moesten mee, allemaal. Naast mijn poppen had ik ook mijn walkman met reservebatterijen en mijn collectie casettebandjes mee. Vlak achter mij bungelde de volgeladen Fendt caravan achter de auto. Mam nam altijd de halve C1000 mee op vakantie. Elke bank of kast die je opentrok in de caravan zat naast de gebruikelijke kleding, beddengoed en handdoeken echt he-le-maal vol met pakjes, zakjes, blikjes, potjes en flesjes.
Op t heetst van de dag
3 dagen reden we. Pap hield er van om t rustig aan te doen. Een kilometertje of 500 per dag vond ie meer dan genoeg. Rond 17u parkeerden we op een rastätte om de volgende ochtend pas rond een uur of 9 weer te vertrekken. 3 dagen lang tuften we op t heetst van de dag in een vol gerookte auto zonder airco over Duitse en Oostenrijkse snelwegen.
Na 3 dagen en zo’n 1400km arriveerden we dan op Vadvirág.. een camping aan t Balatonmeer.
Jaar na jaar na jaar…
Trabantjes
Mijn ouders hadden Hongarije al vroeg in de jaren tachtig als vakantieland ontdekt, nog voor de val van t ijzeren gordijn. De camping stond daardoor vol met Oost-Duitsers en hun Trabantjes.
Tussen de schamele tentjes en pruttelende autootjes in stonden de rijke westerlingen met hun caravans en grote auto’s, de West-Duitsers en Nederlanders.
Het verschil was enorm, terwijl links de Oost-Duitser met plakband een scheur in zijn Trabant dichtplakte gooide aan de overkant de West-Duitser haar tweede magnetronmaaltijd in de meegebrachte magnetron.
Als jong meisje keek ik mijn ogen uit op de camping. Ik was te jong om me te realiseren wat er allemaal speelde.. maar het maakte indruk.
We brachten geld
De Hongaren waren gek op ons.. we brachten geld binnen. Ze waren wat minder gek op de patserige Duitsers dus werd er altijd gelijk gemeld dat we uit Nederland kwamen, in vloeiend Duits.. dat dan weer wel. Het kon namelijk maar zo zijn dat ze je niet of traag serveerden als ze dachten dat je Duitser was.
Het aantal Nederlanders op de camping groeide per jaar. Ook veel jongeren hadden het goedkope vakantieland ontdekt.
Een zandstrand was er niet. Het meer ging je in via een trapje en als je wilde zonnen lag je op t grasveld. Het waren de jaren tachtig wat betekende dat broekjes zo hoog mogelijk werden opgetrokken en topjes nauwelijks te vinden waren. Haren werden getoupeerd, er werd volop gerookt en Madonna knalde uit de speakers van de boombox.
Vooraan op de camping stonden kraampjes die gulzig al hun waar aan de rijke westerlingen verkochten. 1 van de kraampjes was een groente en fruitkraam, daar verkochten ze voor 20 Forint gekookte maiskolven. De mevrouw achter de kraam stond in badpak groente en fruit te verkopen. Aan scheren deed ze niet. De woelige haardos die tot halverwege haar dijen kwam was ontzettend onsmakelijk.. maar ik wilde de mais zo graag dat ik het accepteerde.
Elke dag liep ik naar voren voor mijn maiskolf.. uit een enorme pan werd een maiskolf gevist die ik dan bloedheet op een servetje aangereikt kreeg. Voordat ik terug bij de caravan was.. was ie op.
Tibor
In de zomer van ’91 was ik 15 lentes jong en had ik mijn beste jaar op de camping. Met een grote stoet Nederlanders stapten we avond na avond in gammele taxi’s en lieten we ons afzetten bij club ‘Y’ in het nabij gelegen Balatonlelle. Smoorverliefd op 1 van de barmannen was ik. Tibor, mijn knappe Hongaarse god. Zes jaar ouder dan ik en ik was dan ook zwaar onder de indruk van hem. Zwijmelend hing ik aan de bar elke beweging van hem in me op te nemen. Er waren meerdere meisjes in hem geïnteresseerd maar hij was van mij, mij, mij! Zo nu en dan kwam hij achter de bar vandaan en trok hij me mee de dansvloer op en liet ik me een paar minuutjes meevoeren in al zijn bewegingen. Zucht..
Het was mijn laatste vakantie met mijn ouders, het jaar er op wilde ik werken, geld verdienen. Ik wilde alleen thuis blijven en mijn eigen plan trekken.
Mijn ouders besloten om niet meer naar Hongarije te gaan. Nu de kinderen niet meer meegingen hoefden zij zelf niet perse meer naar Hongarije en zochten ze hun heil elders.
Laatste vakantie
We naderen de grens, we gaan er bij Passau over. Ik hoef niet te navigeren, dat doet het ingebouwde navigatiesysteem. In gedachten zie ik de hoekige Bluebird over de weg glijden.. daarachter de volgestouwde caravan.
In onze Vivaro zitten alle drie de kinderen.. nog wel. Zij van zeventien wil zich los breken, ze wil alleen thuis blijven en zelf op vakantie. Ik begrijp het maar mijn hart heeft er moeite mee. Kilometers en kilometers achter ons ligt Hongarije, een keer of 5 zijn we er de afgelopen jaren geweest en eerlijk.. ik denk niet dat we nog terug komen.
Als we daadwerkelijk de grens over gaan voel ik een traan langs mijn wang naar beneden glijden. Het voelt als een afscheid. Schön war die zeit..