
Bijna cliché
In de jaren 70 werd er tussen Huizen en Blaricum in een nieuwbouwwijk uit de grond gepompt. De Bijvanck. En zoals het gaat met nieuwbouwwijken doken jonge gezinnen er vol bovenop.
Op de Kieps, een ministraatje met maar 12 huizen ergens in de bijenwijk in het Blaricumse gedeelte opende een jong stel samen met hun peuter de voordeur van hun nieuwe woning. Zo blij dat ze er mee waren! Ze konden hun mini flatje in Hilversum achter zich laten en gaan settelen in deze fijne eengezinswoning!
Een jaar later was het plaatje compleet, een tweede dochter (joehoe) vulde het gezin aan. Het was bijna een cliché verhaal, vader werkt, moeder zorgt thuis voor de kinderen en de twee meisjes liepen in dezelfde jurkjes gemaakt door moeders. Bijna, want 1 ding was toch wel ‘anders’.. vader is namelijk een Turk.
Wij komen uit de Bijvanck
De Bijvanck was en is echt een gehucht, het mag dan misschien Blaricum’s grondgebied zijn maar het lijkt in de verste verte niet op Blaricum dorp. Een geboren en getogen Bijvancker zou ook nooit zeggen dat ie uit Blaricum komt, wij komen uit de Bijvanck.
We hadden een scholencomplex, een katholieke, christelijke en openbare school in 1 gebouw. Die drie scholen barstten echt uit hun voegen. Al die jonge gezinnen bleven maar doorfokken en dus werden er noodgebouwen op het enorme plein in elkaar gezet. Ruim 1200 kinderen vonden dagelijks hun weg naar deze scholen.
Ik ging naar de openbare, de school waarin meester Henny rondliep met een zoet ruikende stomende pijp in zijn mond, Gerrit de concierge altijd overal tegelijk was en waarin juf Jose in de kring met haar kleuters altijd de puntjes van haar lange lokken afknipte.
Het was ook de plek waar ik voor het eerst leerde dat ik niet zoals de rest was. Thuis was het nooit een ding dat pap niet in Nederland was geboren. Ik vond ons ook gewoon vrij normaal. Maar voor de buitenwereld was het wel iets.
Huilend ben ik van tafel gerend
Wat zal ik geweest zijn, een jaar of 6/7. We zaten met een leesgroepje van een kind of 6 en een moeder van een klasgenoot aan tafel. Lachend vroeg deze moeder aan het meisje naast me of ik stonk, want Turken stinken altijd zo. Daarna volgde de vraag aan mij of ik mijn kleding van een vogelverschrikker had gejat of dat mijn moeder dit gemaakt had.
Deze volwassen vrouw zat dit kleine meisje te bespotten en alle kinderen vonden het grappig.
Huilend ben ik van tafel gerend. Mijn herinnering stopt op het moment dat een leerkracht me ergens huilend in een gang opving en me vroeg wat er was gebeurd. Ik weet echt niet meer hoe het verhaal verder gaat.
Ik weet niet of ik juist ben opgevangen, of mijn ouders op de hoogte zijn gesteld en of deze moeder hier op aangesproken is. Het enige dat ik nog weet is hoeveel verdriet ik had, en dat ik me toen heb leren schamen voor mijn afkomst.
Mijn eerste kennismaking met discriminatie
Turkse genen zijn dus niet iets om trots op te zijn, mensen vinden het vies en kijken op je neer. Het was mijn eerste kennismaking met discriminatie en daarmee van alle keren ook de pijnlijkste.
Als klein gevoelig meisje was ik niet mondig genoeg om er wat van te zeggen en kon ik er eigenlijk alleen maar om huilen. Maar inmiddels ben ik jaren en ervaringen verder en voel ik gelukkig geen druppel schaamte meer. Integendeel. Ik blijf mijn meisjesnaam gebruiken omdat deze naam mijn Turkse achtergrond met zich meedraagt!
Maar die moeder die me toen ‘te grazen’ nam, het zit gewoon nog diep bij me. Dus bij deze aan die ene moeder die te dom was om voorbij haar eigen tuinhek te kunnen kijken.
Nee, ik stink niet
Nee, ik stink niet. En mijn vader trouwens ook niet.
Mijn vader die begin jaren ’60 Turkije verliet om meer van Europa te zien. Die in Oostenrijk en België heeft gewoond en daarna in Nederland is beland. Die altijd hard gewerkt heeft en nooit te beroerd was zwaar werk in bijvoorbeeld de bouw, fabrieken of de mijnen aan te pakken.
Die in 1969 mijn moeder ontmoette in de dancing in Laren. Om haar 5 maanden later te trouwen en tot op de dag van haar dood goed voor haar te zorgen.
Mijn vader die in korte tijd zo ontzettend goed Nederlands heeft geleerd dat hij een mooie baan bij Philips op kantoor kreeg. Die naast deze full time baan ook nog als vertaler bij de politie aan de slag ging zodat zijn gezin echt niets te kort kwam.
Mijn vader die ons elke zomervakantie naar landen als Italie, Joegoslavië en Hongarije reed. Die zorgde dat deze puber 501’s en LA Gears kon dragen en rond kon rijden op een Citta Gilera.
Mijn vader die nooit te beroerd was een buurman te helpen. Die zijn laatste gehaktbal nog aan bezoek af zou staan en die nooit te moe was om mijn schommel te duwen!
Mijn vader, klein, maar stoer en sterk en die zo’n beetje de complete wereldgeschiedenis in zijn hoofd heeft zitten.
Mijn vader, die als ouder mensen zoals jij overstijgt.
Nee ik stink niet. Dat wat je ruikt heet trots. En voor de mooie zielen onder ons.. ruikt dat heerlijk.